Minder bloedcellen door chemotherapie
In uw beenmerg maakt uw lichaam rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes aan. Chemotherapie kan de aanmaak van bloedcellen verminderen. Dit kan zorgen voor bloedarmoede, een grotere kans op infecties, een bloedneus, blauwe plekken en bloedend tandvlees.
De rode bloedcellen (erytrocyten)
Rode bloedcellen zorgen ervoor dat zuurstof van uw longen naar uw weefsels gaat.
Van minder rode bloedcellen krijgt u bloedarmoede.
Signalen van bloedarmoede kunnen zijn duizeligheid, vermoeidheid en kortademigheid.
De witte bloedcellen (leucocyten)
Witte bloedcellen zijn verantwoordelijk voor de afweer.
Minder witte bloedcellen geeft een verhoogde kans op een infectie.
Deze kans is het grootst 7 tot 14 dagen na de kuur.
Koorts (≥ 38,5 C) of koude rillingen zijn signalen van een (ernstige) infectie.
De bloedplaatjes (trombocyten)
Bloedplaatjes spelen een belangrijke rol bij de bloedstolling.
Minder bloedplaatjes geeft een verhoogde kans op blauwe plekken, bloedneus en bloedend tandvlees.
Controle van uw bloed
Chemotherapie heeft invloed op uw beenmerg en de aanmaak van bloedcellen en bloedplaatjes. Daarom moet u voor elke chemokuur bloed laten prikken. Als uw bloedcellen niet voldoende zijn hersteld, dan wordt de kuur eventueel uitgesteld of aangepast. U kunt bloed laten prikken op een locatie bij u in de buurt of thuis. Als u thuis geprikt wilt worden, vraagt uw verpleegkundige dit voor u aan.
Adviezen
Het gebruik van extra vitaminen of ijzertabletten heeft geen invloed op het herstel van het beenmerg.
Wij adviseren u zich in het najaar te laten vaccineren tegen de griep. Als u geen oproep heeft ontvangen van uw huisarts, neem dan eind september contact op met uw huisarts. Het geschikte moment van vaccineren is enkele dagen voor u de volgende kuur krijgt toegediend.