Innovatie 3: Scannen van eigen bereidingen nu mogelijk door barcode op etiket
- ${title}
Innovatie 3: Scannen van eigen bereidingen nu mogelijk door barcode op etiket
Alle geneesmiddelen die de apotheek inkoopt, zijn voorzien van een barcode. In die barcode ligt informatie opgeslagen over het geneesmiddel. Geneesmiddelen die we zelf bereiden in onze apotheek waren tot voor kort niet voorzien van een goede barcode. Daar heeft Tom Dunnewind, GMP-apotheker, in 2024 verandering in gebracht. Vijf vragen aan Tom over dit mooie project.
Wat is het nut van een barcode op een geneesmiddel?
Barcodes die op een geneesmiddel zijn aangebracht bevatten informatie over het product, zoals over welk product het gaat, het chargenummer en de vervaldatum. Met een 14-cijferige GTIN-nummer, dat in de barcode opgesloten zit, kan een product uniek en eenduidig worden geïdentificeerd. Met een barcodescanner kan de informatie uit de barcode worden ontsloten. Scannen van een geneesmiddel wordt toegepast voor bijvoorbeeld digitaal voorraadbeheer (bij inruimen in het magazijn en bij order-picken). Ook kan scannen bij het toedienen van medicatie aan een patiënt een controle door een tweede persoon vervangen.
Waarom was dit niet geregeld voor de geneesmiddelen die de apotheek zelf bereidt?
Onze eigen bereidingen waren wel voorzien van een barcode, maar die bevatte alleen informatie over het lokale artikelnummer. Deze barcode kon zowel intern als extern niet gebruikt worden voor doeleinden zoals hierboven beschreven. Het werd daarom tijd dat we deze barcode gingen aanpassen naar een barcode met daarin veel meer unieke informatie.
Waarom is gekozen voor een 2D-matrixcode?
Er is gekozen om gebruik te maken van een 2D-matrixcode (een soort QR code) in plaats van een lineaire barcode omdat in een 2D-matrixcode meer informatie op een kleiner oppervlak kan worden opgeslagen. Bovendien is een 2D-matrixcode voorzien van een foutdetectie en -correctie systematiek. Dit houdt in dat de code ook uitgelezen kan worden als de code (licht) beschadigd is. Dat is een handige eigenschap voor een code die wordt geprint op een productetiket, omdat er altijd een kans bestaat dat een etiket of de code in het logistieke proces na productie beschadigd raakt.
Hoe heb je dit project aangepakt?
We hebben unieke GTIN-nummers toegekend aan al onze bereidingen die we op voorraad maken. Deze nummers hebben we vervolgens laten opnemen in de G-standaard, een landelijke database waarin alle commercieel beschikbare geneesmiddelen, en dus ook onze bereidingen, opgenomen zijn. Het programma dat we gebruiken voor het etiketteren van onze bereidingen is in staat om met het GTIN, het chargenummer en de toegekende vervaldatum een 2D matrix code te genereren en op een etiket te printen. Hiervoor moest de lay-out van alle bestaande bereidingsetiketten aangepast worden. Tevens moest deze wijziging in alle productdossiers van de voorraadbereidingen worden verwerkt.
Wat heeft het project opgeleverd?
Afnemers kunnen onze bereidingen nu eenvoudig identificeren door het scannen van de 2D-matrixcode op het etiket. Voorraadbeheer kan bovendien goed geregeld worden doordat aan een omdoos een andere GTIN is toegekend dan aan de losse verpakkingen (bijvoorbeeld wanneer 1 omdoos 12 ampullen bevat).
Een andere mooie bijvangst is dat gedurende het project is besloten om ook gestandaardiseerde individuele bereidingen te voorzien van een 2D-matrixcode. Zo kan bijvoorbeeld een antibioticum dat is klaargemaakt voor toediening in de thuissituatie in de poliklinische apotheek bij uitgifte aan de balie ter verificatie worden gescand. Hierdoor is het niet langer nodig om de tweede controle uit te laten voeren door een apotheekmedewerker. Dit bespaart veel tijd.
Links: oude etiket voorzien van lineaire barcode met alleen het lokale artikelnummer
Rechts: nieuwe etiket voorzien van 2D-matrixcode met daarin veel meer informatie (GTIN, chargenummer, vervaldatum)