Antistollingsbehandeling
Bij een antistollingsbehandeling krijgt u bloedverdunnende medicijnen. Deze zorgen ervoor dat uw bloed minder stolt en kunnen trombose voorkomen. De Trombosedienst houdt goed in de gaten of u steeds de juiste hoeveelheid krijgt.
Antistollingsbehandeling in Meander Medisch Centrum
Bij een antistollingsbehandeling krijgt bloedverdunners die de stolling van het bloed remmen, bijvoorbeeld fenprocoumon of acenocoumarol. De Trombosedienst controleert regelmatig of u niet te veel of te weinig van het medicijn krijgt. Dit is belangrijk, want bij een te hoge dosis heeft u kans op bloedingen. Bij een te lage dosis heeft u kans op trombose of een embolie.
Soms is de behandeling tijdelijk. Bijvoorbeeld na een orthopedische operatie of longembolie. Bij sommige aandoeningen is de behandeling blijvend nodig. Bijvoorbeeld als u opnieuw last krijgt van trombose of een bepaalde hartafwijking heeft. Als de trombose erfelijk is, kijkt de arts hoe lang u de behandeling nodig heeft.
Zelf meten en zelf doseren
Als u lange tijd antistolling gebruikt, kunt u zich aanmelden voor de training Zelfmeten. U kunt dan zelf de dosering van uw antistollingsmedicijn bijhouden met een computerprogramma.
- Lees meer in de folder Zelfmeten, iets voor u?
- Meld u aan voor de training Zelfmeten.